Oudste vrouw van Nederland

In 1998 vonden archeologen tijdens de voorbereiding van de aanleg van de Betuwespoorlijn bij Hardinxveld-Giessendam de stoffelijke resten van een vrouw. Haar leeftijd bij overlijden werd geschat op veertig tot zestig jaar. Ze was daar zo’n 7.500 jaar eerder begraven en is daarmee de oudste bewoner van ons land waarvan het skelet bewaard is gebleven. De archeologen noemden haar “Trijntje”.Trijntje maakte deel uit van een groepje mensen dat een kamp had ingericht op een donk. De groep leefde voornamelijk van visvangst, jacht en ter plaatse verzamelde noten en vruchten. Ze waren jagers-verzamelaars die afhankelijk van het seizoen rondtrokken. De archeologen veronderstellen dat de groep van Trijntje het zomerkamp op de Brabantse zandgronden had en de winter doorbracht op de noordelijker gelegen donken. Het is de vraag of de groep van Trijntje en tijdgenoten ieder jaar naar een andere donk gingen of steeds bekende plekken opzochten. Als ze wisselende locaties hadden dan is het mogelijk dat de familie van Trijntje of een andere groep omstreeks 5.500 v.Chr. ook op de Bergse donk is geweest.Op dezelfde donk aan de Polderweg in Hardinxveld-Giessendam is het skelet van een hond gevonden en zijn kano’s aangetroffen. In een waterrijke leefomgeving is verplaatsing per boot gemakkelijker dan te voet. De kano’s uit de tijd van Trijntje waren gemaakt uit een boomstam: vijf meter lang en een halve meter breed. Trijntje leefde in het mesolithicum (midden steentijd). Ze kende dus nog geen metalen gereedschappen en haar tijdgenoten waren aangewezen op stenen bijlen om de boom voor de kano te bewerken. Door gebruik te maken van vuur en water kon de boom makkelijker gekapt, ontschorst en uitgehold worden.