Kluizenaar

Een afbeelding in een manuscript toont een kluizenaar, die via een luik eten krijgt aangereikt.

 

Nog steeds trekken kluizenaars zich terug, ook in andere culturen. Deze foto toont een kluizenaarscel in Tibet in de jaren 1950.
Nog steeds trekken kluizenaars zich terug, ook in andere culturen. Deze foto toont een kluizenaarscel in Tibet in de jaren 1950.

In de Middeleeuwen werd in de toenmalige christelijke samenleving het kluizenaarsbestaan gezien als de hoogste vorm van zelfverloochening. Diegenen die zich eraan waagden, stonden in hoog aanzien en sommigen werden na hun dood heilig verklaard. Kluizenaars werden op eigen verzoek voor de rest van hun leven in een kluis opgesloten of ingemetseld. Via een klein venster kon hij of zij met de buitenwereld communiceren. Door dit luik kreeg de kluizenaar eens in de week voedsel aangereikt. Soms was het de plaatselijke bevolking die een kluizenaar verzorgde, vaker werden ze door kloosters, bisschoppen en anderen onderhouden. Hiervoor kreeg de kluizenaar een persoonlijke bediende aangewezen, die eten en drinken haalde, kleding bracht en voor zaken als brandstof en kaarsen zorgde. De kluizenaarscel kon vrijstaand zijn, maar meestal werd de kluis bij een kerk of klooster gebouwd met een tweede venster dat in de kerk uitkeek en zicht gaf op het altaar en de sacramenten. Op het moment dat de kluizenaar zich terugtrok in de cel nam hij of zij afscheid van het aardse bestaan en bleef tot het einde van zijn of haar leven in de ‘kluis’. Er vond dan een afscheidsritueel plaats dat vergeleken kan worden met het ritueel bij begrafenissen: er werd een psalm uit het doden officie gelezen of een requiemmis opgedragen. De bevolking zag de kluizenaar als bemiddelaar tussen hemel en aarde. Door de bijzondere positie als dode-op-aarde kon deze met God in contact treden door middel van visioenen en optreden als spirituele raadgever. Het in afzondering dienen van God kwam in het christendom al heel lang voor. In de bijbel staan voorbeelden van heiligen die zich in de woestijn zouden hebben teruggetrokken. Voor de middeleeuwse kluizenaressen werd Maria Magdalena een belangrijk voorbeeldfiguur.