Schrijven en rekenen

Asterix en Obelix beleven allerlei avonturen in hun strijd tegen de Romeinen. De Franse tekenaar Albert Uderzo en schrijver René Goscinny maakten de stripboeken, die in meer dan 70 landen uitgebracht zijn.

Bijna 400 jaar hoorde het zuiden van Nederland bij het Romeinse Rijk: ongeveer de jaren 17 tot 406. Het Romeinse Rijk was heel groot: bijna heel Europa en grote delen van Azië en Afrika. De grens ervan liep dwars door ons land, namelijk langs de rivier de Rijn. Ten zuiden ervan was Romeins, ten noorden ervan bleven de Friezen eigen baas.
Ook Geertruidenberg en omgeving hoorden bij dit grote Romeinse Rijk. We weten niet zeker of er toen al mensen woonden in Geertruidenberg, maar we denken van wel, omdat we Romeinse munten gevonden hebben. Niet ver van Geertruidenberg, in Vrachelen bij Oosterhout, zijn in de grond resten van boerderijen uit die tijd aangetroffen. In deze boerderijen woonden geen Romeinen. De Romeinen woonden eigenlijk alleen bij de grens om deze te beschermen tegen invallen. In de rest van het land leefden voornamelijk boeren en die bleven gewoon wonen en werken zoals ze altijd al gedaan hadden.
De Romeinen brachten allerlei nieuwe dingen, die de Nederlanders nog niet kenden. Ze legden lange, rechte en verharde wegen aan, bouwden huizen van steen, verdeelden het land in een soort provincies en dronken wijn. Wat de mensen hier ook niet kenden en de Romeinen wel was geld. Tot dan kochten de mensen geen spullen, maar ruilden ze: “Als ik een brood voor je bak dan krijg ik van jou een stuk van de kip die je net geslacht hebt”. De Romeinen betaalden met munten, die we af en toe in de grond terugvinden. Ook nieuw voor de Nederlanders waren de geschreven teksten van de Romeinen. Niet helemaal zoals we dat nu doen, maar het zijn dezelfde hoofdletters die we nog steeds gebruiken. De mensen van toen konden niet lezen en schrijven. Dat leerden ze van de Romeinen. De Romeinen hadden een tamelijk ingewikkeld systeem van cijfers schrijven. Je moet goed kunnen rekenen om te zien welk getal de Romeinen bedoelden. Voor getallen schreven ze letters. Die letters zetten ze achter elkaar en dan gingen ze optellen of aftrekken. 

I =   1
V = 5
X = 10
L = 50
C   100
D = 500
M = 1000

Als je dus 3 wilt schrijven dan is dat III (1+1+1). Je mag niet meer dan drie keer eenzelfde letter achter elkaar schrijven. Daarom is 4 volgens de Romeinen IV (5-1): het kleine getal staat vóór het grote getal en dat kleine getal moet je aftrekken. En 6 is VI (5+1). Een groot getal als 2013 is MMXIII (1000+1000+10+1+1+1). Soms gebruiken we nog Romeinse cijfers, bijvoorbeeld bij de naam van een koning, zoals Willem III. Ben maar blij dat we vanaf het jaar 1400 overgestapt zijn op de cijfers zoals we die nu gebruiken en die we van de Arabieren hebben afgekeken.
Rare jongens, die Romeinen.

 

Moderne toepassing van Romeinse cijfers
Moderne toepassing van Romeinse cijfers


Een voorbeeld van een Romeinse tekst.
Een voorbeeld van een Romeinse tekst.